Economie
De economie in Japan
Na het verlies in de Tweede Wereldoorlog was Japan geruïneerd. Met hulp van de VS kon het land de industrie weer opbouwen, daarbij geholpen door de Koreaanse oorlog (1950-1953). Het land leverde materieel en reparaties voor de VN-troepen in Korea. De Verenigde Staten zagen Japan als een bastion tegen het oprukkende communisme in Oost-Azië. Aan het eind van de jaren '60 had Japan zich opgewerkt tot derde economische macht van de wereld. Daarnaast schermde Japan zijn thuismarkt af voor buitenlandse concurrentie.
Japanse producten werden aanvankelijk als inferieur beschouwd. De opdruk Made in Japan stond gelijk aan "B-kwaliteit". Maar Japan leerde snel en wist in korte tijd dat negatieve imago af te schudden. Daarbij kwam dat Japanse goederen (vooral auto’s en elektronica) goedkoop waren. Aan het eind van de jaren '70 groeide in het Westen het verzet tegen de Japanse uitvoer. Het land werd in 1985 door de andere grote industrielanden gedwongen de koers van de Japanse munt te verhogen. De yen won in een klap 37% aan waarde tegenover de Amerikaanse dollar.
Daardoor nam de export af. Om de economie te stimuleren, verlaagde de overheid de rente. Door die lage rente was het niet erg aantrekkelijk om grote spaartegoeden aan te houden en geld lenen was voordelig. Het kapitaal stroomde de markt op: huizenprijzen stegen en ook Japanse aandelen stegen in waarde. De overheid zag het gevaar en verhoogde de rente weer. Dat leidde echter niet tot een geleidelijke afkoeling, in plaats daarvan barstte de financiële zeepbel uit elkaar. De aandelenmarkt van Tokyo daalde tussen 1989 en 1992 met 70% en de huizenprijzen zelfs met 80%.
Daarna kwam de Aziatische valutacrisis. In 1997 daalden vele Zuidoost-Aziatische valuta's scherp in waarde. De Japanse investeringen in de regio waren opeens veel minder waard. Dit alles bij elkaar bracht Japanse ondernemingen in moeilijkheden. Ze konden hun schulden niet langer terugbetalen. Daardoor kregen ook financiële instellingen het moeilijk. Banken en effectenhuizen gingen failliet. De regering besloot tot forse financiële injecties om de binnenlandse vraag aan te wakkeren. Het hielp weinig.
De diepe economische crisis in Japan duurde maar liefst 15 jaar. Er was soms wel een korte opleving die dan weer direct gevolgd werd door een nieuwe recessie. Soms daalden de prijzen. Dat is gevaarlijk voor een economie, omdat mensen hun aankopen uitstellen in de verwachting dat de prijzen nog wel verder zullen dalen. Pas in de tweede helft van 2005 waren er tekens dat de Japanse economie echt herstelde.
Inmiddels ontwikkelt China zich in een razend tempo als economische macht. Dat is op de korte termijn gunstig voor Japan, omdat China veel grondstoffen en andere goederen nodig heeft. Op een lange termijn kan China een gedouchte economische concurrent van Japan worden.
Japan heeft weinig natuurlijke hulpbronnen. Voor hun energiebehoefte zijn de Japanners aangewezen op kernenergie en de import van olie. Omdat slechts een klein deel van Japan geschikt is voor landbouw, worden ook voedingsmiddelen geïmporteerd.
Maak jouw eigen website met JouwWeb